dinsdag 9 september 2008

Rendez-vous



’s Avonds drinken we een biertje met Sander, goede vriend van Stephan, die in Las Vegas is voor een congres. Supergezellig en erg leuk om hem hier te ontmoeten.

One night in Vegas






Wow! Las Vegas is een beetje veel als je net 24 uur hebt gereisd. Het is net Disneyland voor volwassenen: één grote show. Is de rest van Amerika heel preuts en deed de blote borst van Janet Jackson er wekenlang stof oplaaien in de kranten, hier worden de meisjes van plezier op straat aangeboden en mogen de Amerikanen zich ongegeneerd vergapen aan de schaars geklede dames die in de casino’s drankjes uitdelen. Ze zijn gratis (die drankjes dan), want je zou eens van je stoel opstaan om ergens anders iets te gaan drinken: dan ben je misschien een half uur weg en al die tijd wordt er geen geld aan verdiend. Of erger nog: ga je ergens anders je goede geld vergokken. Dus doen de grote casinohotels er alles aan om je binnen te houden: gratis drankjes, goedkoop eten en mooie mensen om naar te kijken. De check-in balies van de hotels liggen ook altijd aan de rand van zo’n immense gokhal, om de net aangekomen gasten meteen te verleiden. Maar daar trappen wij niet in. Toch? Steef, waar ben je? We hebben een kamer geboekt in het Imperial Palace, een van de hotels aan de strip, voor 40 dollar. Officieel in een dependance net achter het casinohotel, maar we worden naar boven gebonjourd en zitten voor een appel en een ei op de eerste rang. Nadat ik Stephan van de gokmachines heb geplukt (het wereldreisgeld is nog steeds veilig), bekijken we de stad: het Romeins getinte Ceasar’s Palace, de water- en lichtshow bij het Italiaanse Bellagio, de Eiffeltoren van Hotel Paris Las Vegas. De Amerikanen zijn dol op Europa en dan vooral oud-Europa. Franse zitjes, Italiaanse kroonluchters, dat spul. Maar ook op Amerika, getuige het bombastische lied waarop één van de lichtshows van het Bellagio plaatsvindt, met zinnen als ‘I am proud to be an American’ en ‘Bless America’. Om kippenvel van te krijgen zo nationalistisch. Wel superleuk aan de Amerikanen: ze houden van een praatje en leggen heel makkelijk contact. Het gaat allemaal nergens over, maar het is wel gezellig. En ze zijn sportief. Wint er iemand aan hun goktafel terwijl zij verliezen, dan zullen ze je altijd feliciteren. Soms klinkt er zelfs luid gejuich op en worden er high fives gegeven. ’s Avonds is Vegas natuurlijk op haar mooist, met de prachtige donkere woestijnlucht boven de stad en alle gebouwen spectaculair verlicht.

On the road


A Grease-moment





Peggy Sue, een fifty’s diner langs de highway richting Vegas.

Te jong voor bier?

De eerste ochtend in the States duiken we meteen supermarkt Walmart in, voor een ontbijtje van yoghurt met muesli en jus d’orange (want ontbijt is er niet in het motel en om nu al om 9 uur ’s ochtends de McDonalds in te duiken, zoals de receptioniste suggereerde…). Met een vooruitziende blik laadt Stephan ook een six pack Budweiser in het karretje. Bij het afrekenen vraagt de cassière of hij ouder dan 40 is. Pardon? “We mogen geen bier verkopen aan personen van onder de 40.”
“You are kidding!”
“No…”
“I am 41”
“O.k.”
Komen Steefs grijze haren hier goed van pas!

We zijn onderweg!