Morgen (za 8 november) vliegen we vanuit Panama City via Houston naar LA. We verheugen ons in ieder geval al op het inflight magazine. Kun je bij onze eigen luchtvaartmaatschappijen aan boord vaak niet veel meer kopen dan een flesje parfum, een horloge met twee wereldtijden, een reiswekkertje of een zakje M&M’s, de Amerikanen maken het vanzelfsprekend een stuk bonter. Een greep uit de selectie must-haves in de Sky Mall van Continental Airlines:
- een minidonut-machine (maakt 12 mini-donuts in zes minuten, van het kneden van het deeg tot de gefrituurde rondjes)
- een basketbalnet voor aan de rand van je zwembad
- een snorkelmasker met ingebouwde camera
- de indoor dog restroom (een nepgrasmatje waar de hond in huis zijn behoefte op kan doen; makkelijk voor die dagen dat je te druk bent om hem uit te laten. Ach wat, eigenlijk hoef je hem nooit meer uit te laten)
- the marshmellow shooter (don’t ask…)
- een reisgitaar (fits in overhead compartments!)
- the butter boy (om een maïskolf mee te beboteren, een botermesje is zó 2007)
- een reisapparaatje dat bacteriën doodt in hotelbedden
- en nog veel meer…
Wij vermaken ons dus wel tijdens die vluchten! Onze volgende grote bestemming is Nieuw-Zeeland, waar we ook zullen bloggen over onze week op de Cook Islands (duimen voor mooi weer!).
zaterdag 8 november 2008
Inflight shoppen
Het Panama-kanaal
Kun je natuurlijk niet overslaan in Panama. Eigenlijk is het een kunstmatig meren- en rivierenstelsel met aan de Pacifische kant twee sluizen en aan de Caribische kant één sluis. Schepen betalen naar gewicht tienduizenden tot honderdduizenden dollars om erdoorheen te mogen, maar dat is altijd nog goedkoper dan de maandenlange reis om Zuid-Amerika heen.
Panama, tja...

We starten ’s ochtends om vijf uur aan de Pacifische kust in Costa Rica. Vijf bussen (waarvan één schoolbus, valt niet op: twee van die lange Nederlanders illegaal meeliftend voor een handvol colones tussen de Costa Ricaanse kinderen in een net schooluniform), een taxi, twee boten, een grensovergang en twaalf uur later zijn we in Panama, aan de Caribische kust. We zijn op de droomeilandengroep Bocas del Toro, helaas kunnen we hier kort over zijn: op onze aankomstdag na, regent het de hele week. We eten wentelteefjes bij Sweet Amy’s, gesmoorde kip bij Roots, werken wat details voor onze reizen naar de Cook Islands en Nieuw-Zeeland uit, kijken naar de regen, hangen in onze hangmat en proberen de spirit erin te houden. Hierbij twee van internet geleende plaatjes: zo had het eruit kunnen zien.
Feestje
Medegasten Kelly en Jess hebben er een surfroadtrip opzitten van Californië via Mexico, Guatemala, Belize, Honduras, Nicaragua en Costa Rica. Over een paar dagen vliegen de meiden naar huis (in respectievelijk Nieuw-Zeeland en Australië) en ze hebben hun in de VS gekochte fourwheeldrive vandaag kunnen verkopen aan een vriendin die ze tijdens hun reizen tegenkwamen en die vlakbij de Rancho woont. Alle reden dus voor een feestelijke stemming, die na het opbiechten van de naam van hun auto - ‘Lola’ – omslaat in een echt feestje, als Ruby het bijbehorende nummer op de i-Pod opzoekt en de meiden de eettafels aan de kant schuiven. Tot diep in de nacht wordt er op blote voeten gedanst en gefeest.
Rancho Burica: surfers paradise














Wakker worden met het geluid van de oceaan, van aapjes die voedsel aan het zoeken zijn in de bomen achter ons, van krijsende papegaaien en van de toeter voor het ontbijt. We zijn in Rancho Burica, een verzameling houten huisjes van een groep Nederlandse vrienden, in het zuiden van Costa Rica aan de Pacifische kust. Dit is niet voor luxepaardjes of voor wie Costa Rica in twee weken wil zien (want je doet er al een dag over om er te komen), maar heb je tijd genoeg en vind je het niet erg om in een eenvoudig onderkomen te slapen waar de natuur regelmatig binnenkomt, dan is dit jouw plek. Het is in ieder geval onze plek: er is geen telefoon en geen internet. Even helemaal verstoken van communicatie met de buitenwereld geeft ongelooflijk veel rust, zeker als je van tevoren hebt laten weten dat je niet bereikbaar bent. Het Nederlandse stel Ruby en Britta runt de boel en ook hun twee lieve kids genieten volop op deze mooie plek. Kokkin Sinja uit het dorp maakt elke ochtend een heerlijk ontbijt en doet er ’s avonds nog een schepje bovenop. Het lekkere is ook: er is hier verder niet zo veel. Dus blijft een schuldgevoel uit als we een hele middag verdoezelen in onze hangmat. En geeft het niet als het even regent. Het is best therapeutisch om de wind te voelen opsteken, de donkere wolken zien verschijn en de regendruppels te volgen die langs de palmbladeren naar beneden vallen. We ontmoeten leuke mensen: Pim, een Nederlandse jongen die hier een paar maanden min of meer werkt voor zijn onderdak en om te surfen, de Amerikaanse surfer Josh en verder Kelly uit Nieuw-Zeeland en Jess uit Australië. Het surfen is hier supergoed, maar helaas te moeilijk voor ons. Stephan probeert het twee keer en de laatste keer lukt het zowaar weer een beetje. Kijken naar de verrichtingen van deze boardkunstenaars is eigenlijk nog leuker, zeker als de zon doorbreekt en het water daardoor mooi blauw kleurt. Wat in ieder geval opvalt: een beetje surfer reist met minimaal twee surfboards. En ben je een pro, zoals de Nieuw-Zeelandse Kelly die wedstrijden rijdt, dan reis je met vier exemplaren. www.ranchoburica.com
Glacias!
Vraag ik in mijn beste Spaans in een mini-supermarktje waar de muesli (granola) staat, krijg ik als antwoord: ‘sorry, ik versta geen Engels’. Mmm, weer een deuk erbij. Hoewel, de verkoopster lijkt wel heel veel op een Chinese en deze toko lijkt verdacht veel op een… tja: toko. Dat haar eigen Spaans ook niet vlekkeloos is blijkt bij het afscheid, een luid en duidelijk: Glacias!
Charlotte

Even voorstellen (dat waren we vergeten): huisspin Charlotte in onze junglelodge in Costa Rica. We zaten een avondje rustig te lezen, toen Stephan opkeek en op de donkere veranda een krab tegen een paal omhoog zag klimmen. Hij las weer verder, tot hij ineens bedacht dat hij nog nooit een krab verticaal omhoog had zien gaan. Bij nadere inspectie bleek het een supergrote, harige spin te zijn. Ik vroeg Stephan om zijn hand erbij te houden voor de foto, om de verhoudingen aan te geven, maar dat wilde hij niet, flauw! Dus dan maar m’n notitieboekje. We hebben er heel de avond plezier van gehad: af en toe even naar buiten om te griezelen: ‘Getver, hij is écht heel groot hè!’
Abonneren op:
Posts (Atom)