zaterdag 2 mei 2009

Sydney: The End (of part 1)

In Sydney verkopen we onze auto aan een Iers stel. Achttien uur voor we vertrekken is de deal rond, vrijdag 13 maart vliegen we naar Azië. Pfew… just in time! Op 7 maart waren we trouwens op de helft van onze wereldreis. Veel te snel ging dat half jaar voorbij. Maar gelukkig hebben we nog 6 maanden te gaan. Klaar voor India. Althans… of je ooit klaar bent voor India?

Weer ontzettend bedankt voor alle leuke, lieve en ontroerende reacties en berichten vanuit Nederland via e-mail, skype en het blog. We hebben genoten van de foto’s van de mooie Hollandse winter! Ook alle buurtjes van de Noordkil bedankt voor het meelezen en -leven.

The Blue Mountains




De Three Sisters in the Blue Mountains: eerst in de mist, een uurtje later in de zon.

Nóg een keer, nóg een keer






















Op de heenweg naar Melbourne waren we een paar uur gestopt in de wijnregio Rutherglen en daar ontdekten we dat er een Food & Wine festival was rond de tijd dat we terug zouden komen uit Broken Hill. Een goed reden om onze route om te gooien! Het enige nadeel: minder tijd in Sydney om de auto te verkopen (drie dagen in plaats van de aanbevolen anderhalve week), maar af en toe moet je een risicootje nemen. Tijdens ‘Tastes of Rutherglen’ brengt elke winery een festival-gerecht met een bijpassende wijn. We stippelen een route uit, rijden van winery naar winery en hebben de leukste gesprekken met Australische levensgenieters. Het is internationaal een onbekend festival, maar vanuit half Australië komen mensen er naartoe. Sommige winery’s verzorgen ook een diner. Wij hebben geboekt bij Pfeiffer Wines, dat op de houten brug naar de wijngaarden mooi gedekte tafels met lange, witte tafellakens heeft neergezet. We zitten naast Tracey en Steve uit Melbourne, die het zeker weten: ze willen met ons door Afrika gaan reizen. Laten we het dáár nog maar eens even over hebben als iedereen weer nuchter is…

School of the Air


Ontzettend interessant is de School of the Air, een initiatief uit de jaren vijftig om kinderen op stations zoals Pine Point via de radio les te geven. Nog steeds gebeurt dit op dezelfde manier, maar nu middels internet via de satelliet. Ook de kinderen van Tom en Marilyn hebben op die manier les gevolgd. Op de school in Broken Hill wonen we een les bij, waarin zes kinderen van een jaar of vijf rekenen leren. Een voor een melden de lichte kinderstemmetjes zich via de satelliet. “Goodmorning Miss Huppeldepup, this is Annie, over.” Een keer per jaar bezoekt de leraar zijn pupillen in de outback en slaapt dan meestal in de schaapscheerderskwartieren, en een keer per jaar komen de pupillen een week naar Broken Hill voor een ‘class room experience’.

Net als in de film

Nadat we afscheid hebben genomen van Ron en Marilyn, rijden we naar Silverton, een oud mijnstadje 26 kilometer boven Broken Hill. Daar overnachten we in het plaatselijke hotel, dat het middelpunt vormde van een van de Mad Max-films met Mel Gibson in de jaren tachtig. Overdag blijkbaar een druk bezochte pub, maar ’s avonds hangen er naast de paar hotelgasten (er zijn vier kamers in de achtertuin), alleen locals rond.

Dat heb je met een oud barrel

Op het eerste stukje off the road bij Pine Point viel de achteruitkijkspiegel er met een klap vanaf. Even lijm kopen…

Nu al heimwee










Nog een paar plaatjes van Pinepoint en onze eigen homestead, voor we – met nu al heimwee – afscheid nemen.

Schilderen en klussen


De dag voor we weggaan steekt er storm op. Ron is met de Ute het land op, dus Stephan zet nog een dak van een stal vast. We hebben ook het toegangshek opnieuw wit geschilderd, dat houdt volgens Marilyn wel weer tien jaar. Leuk dat we iets ‘blijvends’ achterlaten op Pine Point.

Dierenliefde



De outbackers hebben een heel andere kijk op dieren dan wij in Nederland. In Broken Hill, de grootste stad in de buurt van Pine Point, en op de snelweg ernaartoe, zie je achter elkaar Utes rijden met een hond in de open laadbak gebonden. Dat zou in Nederland echt niet kunnen. Maar hier begrijpen ze een hond in de auto of in huis echt niet. Ze kennen één vrouw die een hond als huisdier heeft en Marilyn merkte verbaasd op dat het echt geen vies mens is, ze is heel verzorgd en heeft een schoon huis met allemaal dure spulletjes. Aan de andere kant vinden ze het erg zielig als ze horen dat veel paarden in Nederland de meeste tijd in een stal doorbrengen, in plaats van vrij lopend over het land. Hier hebben de paarden onmetelijke ruimte en worden ze alleen in een kleiner weiland dichtbij de homestead geplaatst als er iets mee is.
Op de foto’s de nieuwkomer Bella (wit paard) en Pale en Fleet, de zwangere merries die in een ‘kleinere’ paddock zijn geplaatst en bijgevoerd worden. En Butch, Ron’s kelpiehond, in de laadbak van de Ute. Ron is een geharde Aussie, met een zachte binnenkant: “Het ijzer van de Ute was vanmiddag zo heet dat hij zijn pootjes zou verbranden, dus heb ik er een matras in gelegd”. Dus ligt Butch vanaf heden prinsheerlijk op een fluffy matras. Marilyn doet trouwens aan ‘natural horsemanship’ (denk aan De Paardenfluisteraar) en is verbonden aan de ranch van Steve Halfpenny, een bekende paardenfluisteraar: http://www.silversand.com.au/.

Wool pressing



Als we dachten dat we na een dag schapenscheren klaar waren, dan hadden we het verkeerd. Er zijn veel handelingen nodig voordat een baal wol naar de ‘woolbroker’ kan. Ron en Stephan halen de balen wol die we geschoren hebben van het land naar de woolshed bij de homestead. Daar staat een wolpers en we persen balen van 200 kilo. Er zijn allerlei administratieve regels voor, dus behalve het harde werk, moet Ron elke keer de regels nakijken en een ingewikkelde administratie bijhouden. En dat vindt-ie een van de minder leuke kanten van het schapenbedrijf!

Doe-het-zelf

We genieten volop van onze outback experience, het is een leven vol vrijheid, avontuur en natuur, maar ook met beperkingen. Omdat de dichtstbijzijnde winkel niet om de hoek ligt, zijn Ron & Marilyn erg zelfvoorzienend. Koekjes en brood, jam en chutneys, Marilyn maakt het allemaal zelf. Elke avond zet ze een heerlijke ‘tea’ op tafel met wat er voorhanden is. Reparaties aan van alles en nog wat doen ze samen. Verder is er sinds tien jaar een droogte en moet er voorzichtig worden omgesprongen met water. Douchen wordt beperkt tot een keer kort aan het einde van de dag. En drinkwater, van schoon regenwater dat wordt bewaard in ronde watertanks op hoge stelten naast het huis, is schaars. Als je om de dag een jerrycan drinkwater moet halen bij een watertank tien minuten verderop, ga je er wel wat bewuster mee om, kunnen we uit ervaring vertellen! Verder heeft de droogte consequenties voor het aantal schapen dat je per vierkante kilometer kunt houden én voor de kwaliteit van de wol, wat weer grote financiële gevolgen heeft. We bekijken de statistieken en luisteren naar de verhalen van Ron en Marilyn. In de geschiedenis zijn er altijd periodes geweest van droogte, van een paar maanden tot twee of drie jaar. Financieel gezonde sheepstations kunnen dat aan. Maar de huidige droogte duurt al meer dan tien jaar. “De huidige situatie duurt nu al zolang, dat we ons af gaan vragen of dit het nieuwe ‘normaal’ is. Als dat zo is, zijn wij als schapenbedrijf ‘done’”, geeft Ron toe.

vrijdag 1 mei 2009

Waterruns





We gaan met Ron op ‘waterruns’ en zien emu’s (kleine struisvogels), kangaroes, wilde geiten en euro’s (klein soort kangaroe). Tussendoor maken we wat watertroggen schoon. En doen we véél hekken open. Je kunt zó 60 kilometer over eigen terrein rijden. Onze mobiele telefoons doen het hier niet, gelukkig die van Ron wel. Die moest hij nemen van Marilyn nadat hij een keer een ongeluk kreeg en de radio in de auto het niet meer deed. Dan besef je pas dat, ook al is dit land iemands eigendom en technisch dus geen wildernis, het nog steeds onverbiddelijk is. Want zestig kilometer van de homestead betekent twaalf uur lopen. We nemen voortaan maar iets meer water mee dan dat ene halfliterflesje.

Schapen scheren






























































































Het is nog donker als Ron ons met zijn 4x4 Ute (pickup) ophaalt, met kelpiehond Butch in de open laadbak. Er zijn 7.500 schapen op de station, maar een aantal zijn vorig jaar niet geschoren, zodat ze nu ‘double fleeced’ zijn. Die worden vandaag onder handen genomen. Best bijzonder, want over het algemeen wordt er maar één week per jaar geschoren. Het is ongeveer een uur rijden via de openbare weg en het land van buren naar het deel van Pine Point Station waar de schaapscheerderschuur staat. Tijdens de rit zien we de zon opkomen. Tom, de zoon van Ron & Marylin, komt uit Broken Hill om een handje te helpen en er zijn twee reizende schaapscheerders ingehuurd: potige Aussies met de namen Scott en Tommy. Dit is wel wat anders dan de demonstratie schapenscheren voor vijfjarigen op de plaatselijke kinderboerderij De Papenhoeve in Papendrecht. Tenminste, daar heb ik nooit gezien dat ze een lekkend schaap ter plekke weer dichtnaaien na een uitschieter. De mannen krijgen per schaap betaald, dus werken ze snel. En het is hard werk ook: het scheren doen ze staand voorover gebogen en dat wordt alleen afgewisseld als ze een nieuw schaap op hun rug worstelen en naar de scheerplek slepen. Het is even zoeken naar een routine, maar die ontstaat snel genoeg. Ik leer hoe ik een ‘fleece’, een woldek van één schaap, moet oppakken als Tommy of Scott klaar is en het in één zwaai over een platte draaitafel kan gooien. Dan halen we de slechte stukken eruit (met mest of takjes) en Ron laat Stephan zien hoe je de kwaliteit van de wol beoordeelt en de fleeces onderverdeelt in ‘tender’ en ‘normal’. Na een uurtje vertrouwt hij het ‘wool classen’ aan Stephan toe. Spectaculair is het als Butch de hond nieuwe schapen moet halen, dit is echt zijn ding en hij kan elke keer bijna niet wachten om zijn taak te volbrengen. Hij loopt over de schapen heen en blaft ze de juiste kraal binnen. Het schapen scheren gaat via een vast schema: een paar uur werken, smoko (pauze), werken, een uur lunch, werken, smoko, werken, afronden, uitbetalen. Nadat Tommy, Scott en Tom weer naar Broken Hill zijn gereden, gaat Ron de dichtstbijzijnde dam checken en ruimen wij de schuur gedeeltelijk op. We zijn twaalf uur bezig geweest en dit waren slechts 250 schapen. Moet je nagaan als ze alle 7.500 aan de beurt zijn.