donderdag 1 januari 2009

Vanuit Sydney: Gelukkig Nieuwjaar!


Gelukkig Nieuwjaar en de allerbeste wensen voor 2009!

Voor de cijfertjesfreaks: er waren op Oudjaarsnacht (oftewel Newyears Eve) 1,5 miljoen mensen in Sydney en er ging 5000 kilo vuurwerk doorheen met een waarde van 2,3 miljoen euro.

Sushi in Sydney


Onze eerste avond in Sydney vieren we met sushi en uitzicht op het Opera House en de Harbour Bridge.

Internet in Nieuw-Zeeland

Excuses aan bloglezers: sorry voor de lange afwezigheid, maar dat had te maken met de slechte internetverbindingen in Nieuw-Zeeland. Niet alleen is internet langzaam tot superlangzaam, je moet er vaak ook nog voor betalen. Zelfs, houd je vast, via muntinworp. Bel je gratis via Skype naar Nederland, moet je munten inwerpen voor internet…. We hebben een stel ontmoet uit Canada dat zich in Nieuw-Zeeland wil vestigen, maar voor hun werk afhankelijk is van internet. Ze reizen heel Nieuw-Zeeland af om de beste plek te vinden om te wonen en het eerste wat ze elke keer doen is de telefoonmaatschappij opbellen om te vragen hoe de internetverbinding ter plekke is. Dit ter illustratie. Maar goed, met deze nieuwe verhaaltjes maken we het (hopelijk) goed.

Highfield Estate







Onze laatste lunch in Nieuw-Zeeland gebruiken we met Ben & Netty bij winery Highfield Estate. Samengevat: heerlijk eten, goed gezelschap en een tikje melancholie dat onze tijd in Nieuw-Zeeland er alweer opzit. Maar ook: een nieuw werelddeel wacht op ons. Australië!

Waterskiën enzo...


Onze laatste dag in de Marlbourough Sounds leert Stuart ons waterskiën, eerst aan de stang, dan aan een kort touw en dan aan een langer touw achter de boot. En Stephan en Hanna gaan nog een keer op de biscuit achter de boot.

Vers gegrilde vis








Onze zelf gevangen visjes voor op de bbq. Niet geschikt voor vegetarische dierenliefhebbers, wel heel ecologisch, want we vangen er niet meer dan we opeten. We werden vanochtend door Ben ons bed uit getrommeld en hij heeft ons in zijn bootje naar de beste visspots meegenomen. We komen terug met tien Kahawais (witvis).

Kerst in Nieuw-Zeeland










































































We zijn uitgenodigd om kerst door te brengen met Ben & Netty, Pauline, Stuart en Hanna in de bach. De opdracht die wij krijgen is voor het toetje zorgen. Allerlei recepten spelen door ons hoofd, maar dat hoeft niet: het traditionele kersttoetje in Nieuw-Zeeland is Pavlova, een soort merengue-achtige taart die je zelf bekleed met geslagen slagroom en vers geplukte frambozen en bramen. Een dag voor kerst gaan we met met Pauline en Hanna naar een fruitgaard om een paar kilo bosvruchten te plukken, die we tijdens eerste kerstavond ruim aanbrengen op de Pavlova. We zijn best trots op onze creatie. En lekker is hij ook nog. Ook de dresscode is hier anders. Komen we in Nederland met kerst vaak op in een feestelijke jurk of een mooi jasje, hier is het volop zomer en geldt dat casual zomers de norm is. En dat is ook wel zo makkelijk als je tussen het barbecuen door (met zelf opgedoken St. Jacobs-schelpen en kreeften, want Pauline en Stuart zijn lid van een duikclub) gaat watervolleyballen, badmintonnen en waterglijbanen. Iedereen zorgt ervoor dat we ons meer dan welkom voelen en het is absoluut de beste plek op aarde waar we tijdens deze wereldreis kerst hadden kunnen vieren.

Golden Bay












Een weekendje met Pauline, Stuart en Hanna naar het prachtige Golden Bay, in het uiterste noordwestelijke puntje van het Zuidereiland.

Nelson: de ideale stad

Als er een prijs zou bestaan voor de meest ideale stad om te wonen, dan zou Nelson in het noorden van het Zuidereiland een goede kandidaat zijn (nee mam, we gaan niet emigreren…). Het is net stad genoeg om je niet te vervelen en kleinschalig genoeg om na een paar dagen al wat mensen te kennen en de leuke plekken te weten. Bovendien ligt het aan zee, wat érrug fijn is. We brengen er een paar dagen door met golfen (althans, proberen), yoga en inkopen en voorbereidingen voor de kerst. We worden allerhartelijkst ontvangen door Pauline, Stuart en Hanna, slapen in hun logeerkamer en worden meegenomen op afspraken bij hun vrienden. We worden ook ondergedompeld in het concept BYO (bring your own). We hadden er wel van gehoord, maar het is toch anders als het echt gebeurt: “Wat wil je drinken Stephan? En jij, Linda?” He? Verward kijken we elkaar aan, we hadden begrepen dat we elk moment de deur uit konden gaan om vrienden van Pauline en Stuart te bezoeken, gaan we eerst nog iets drinken dan? Maar nee, het is om mee te nemen. Niet als cadeautje voor de gastheer en –vrouw, je neemt bij voorkeur mee waar je zelf zin in hebt. Dit geldt ook voor kerstfeestjes, bbq’es en soms zelfs voor dineetjes, begrijpen we.

Abel Tasmanpark









Zeekajakken en wandelen in het Abel Tasmanpark.

Queenstown




De stad waar overdag de adrenaline en ’s avonds de hormonen regeren. “Nee, ik had vandaag mijn skydive, morgen ga ik bungeejumpen en overmorgen heb ik de jetboat-afspraak”, is een heel normaal gesprek via de mobiele telefoon. ’s Avonds vermaken de gezonde jongens en übersportieve meiden in deze stad zich met Coyote Ugly-nigths en ‘beach’-parties. Wij houden ons geld even in ons zak. Voor sommige activiteiten geldt: been there, done that en voor andere: not in my life! Jetboaten bijvoorbeeld, met een enorme snelheid in een speedboot een rivier afvaren waarbij in de laatste seconde wordt uitgeweken voor obstakels als een paar ton wegende granieten rotsblokken. In de informatiebrochure wordt de nadruk gelegd op hoe ervaren de boatdrivers zijn en dat ze nog nooit een ongeluk hebben gehad. Maar ik denk altijd maar: hij zal een keer moeten niezen...

Hiken bij Mount Cook










“Brrriljant idee weer, Van de Pavoordt”, denk ik bij mezelf als ik naar boven klim. Ingehaald door Duitse berggeiten van negentien jaar en Nieuw-Zeelanders van alle leeftijden, voor wie hiken en trampen de nationale sport is, hijg ik mezelf omhoog langs de Sealy Tarns track. Verleid door woorden in de Lonely Planet in de trant van ‘een heftige klim, maar het geweldige uitzicht boven is het meer dan waard’, stelde ik Stephan voor de Sealy Tarns track bij Mount Cook te doen. Maar ‘track’ is hier een groot woord, behalve je voeten heb je ook alletwee je handen nodig om naar boven te klauteren. Met afgunst kijk ik omlaag, waar piepkleine mensjes in het dal over een speciaal voor in tijdnood verkerende Japanners aangelegd wandelpad lopen (one way: vijftien minuten). En vergelijk het met onze situatie: nog minstens drie uur te gaan. Zucht, ik had nu ook aan een kop thee kunnen zitten in de Old Mountaineers Club in het dal, waarom bedenk ik altijd dit soort ondernemingen? En wat het nog erger maakt: het uitzicht is in een uur tijd niet veel veranderd, we zijn alleen hoger geklommen. Het zou toch wel spectaculairder worden? Voor hard werken willen we wel beloond worden, wandelen om het wandelen alleen, mwah. Om een kort verhaal langer te maken: we komen na ruim twee uur bij het uitzichtpunt aan, ja het is het waard, we zien een Kea (een bergpapegaai die erg geïnteresseerd is in elke menselijke activiteit), horen en zien de Mueller gletsjer op tegenovergelegen berg Mount Seftan - met luid geraas storten er regelmatig stukken ijs naar beneden - en we doen er bijna twee uur over om weer in het dal te komen, waarbij we een stel tegenkomen waarvan de man zijn huilende vriendin moed inpraat - en ze zijn nog niet op de helft van de heenweg. Kijk, dát geeft dan net die opkikker die je nodig hebt voor het laatste half uurtje op de terugweg. Een stuk vrolijker loop ik het laatste stuk naar beneden. We drinken alsnog koffie en thee bij de Old Mountaineers Club in het dal, met uitzicht op de besneeuwde Mount Cook en ik moet toegeven: een klim van vier uur geeft thee met gembercake toch iets extra's.