dinsdag 14 april 2009

Nachtelijk gebrul

Er klinkt een dierlijk gebrul door de nacht, net buiten ons tentje. Ik schiet overeind met een ‘wawasát!’. Dan komt het nog een keer, het lijkt op het gebrul van een wild zwijn met een walgelijke snurk aan het einde. Naast me lijkt het alsof Stephan slaapt, maar als ik beter kijk, zie ik dat hij met wijd open ogen naar het dak van onze tent staart. Wat ís dat? Stephan weet het ook niet. Tijdens een bezoek aan de expositie Wildlife Photographer of the Year in Sydney hebben we ook een tentoonstelling gezien over alle dodelijke wezens in Australië. En dat zijn er veel. Maar de meeste grote exemplaren zitten in of bij het water (great white en krokodillen) en de rest is verraderlijk klein (bruine slangen, funnel web spiders, blue ringed octopussy, boxed jelly fish). Allemaal dodelijk, maar niets komt in de buurt van wat we nu horen. We ritsen het tentje open en turen de duisternis in, maar geen van ons tweeën voelt ervoor om even te gaan kijken. Wat het ook is verplaatst zich wel, want we horen het de komende uren van verschillende kanten. Pas de volgende dag komen we erachter wat het was (zie stukje: naar het ziekenhuis).

Geen opmerkingen: