Ons outback-avontuur gaat beginnen. We draaien de auto van de weg af en rijden het hek van Pine Point Station binnen. Rode aarde, stof en in de verte doemt de homestead op. Kan het Australischer? Ron en Marilyn Harvey ontvangen ons met een kop thee en die avond loopt Marilyn met ons over het terrein en geeft uitleg over onze klussen. Jeetje, wat zijn er veel namen te onthouden op een station. Daar heb je de Kelpie-honden, Liz, Butch, Lindy en Mitch. Het duurt een paar dagen vóór we ze uit elkaar kunnen houden. En er zijn ongeveer achttien paarden, maar gelukkig lopen de meeste min of meer vrij op een heel groot stuk land. Dichtbij het huis staat de net nieuw aangekomen Bella, die nog een beetje mag wennen voordat ze bij de andere paarden gaat. De zwangere Pale en Fleet staan ook in een paddock dichterbij de homestead, zodat ze bijgevoerd kunnen worden en Marilyn ze in de gaten kan houden. Er zijn twaalf kippen, maar die hebben gelukkig geen naam. Dit zijn de dieren waar we de komende tien dagen voor zullen zorgen. En verder doen we klussen waar Ron en Marilyn hulp bij kunnen gebruiken: er moet wat uitgegraven worden, er zijn altijd wel dingen die een lik verf kunnen gebruiken en we mogen een paar keer mee met Ron op ‘waterruns’. Omdat het zo droog en warm is, rijdt Ron elke paar dagen over het immense terrein om de watertroggen voor de schapen en de waterdammen te checken. We slapen in onze eigen homestead, het historische huis van Ron’s groothouders, met drie slaapkamers, een keuken, woonkamer en veranda, vlakbij het huis van Ron & Marilyn. De eerste avond liggen we buiten met onze rug op de warme stenen naar de sterren te kijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten